|
|||
|
Moulin Blues biedt (zelfs voor een interviewer) soms net iets meer… Toen we tijdens ons interview met Kent Burnside over zijn debuut album “My World Is Cool” praatten, bleek dat naast David Gray Kimbrough, nog een kleinzoon, maar dan van blues veteraan Junior Kimbrough (drum, percussie), speelt. En, dat in de snikhete studio in de vallei van San Fernando, LA, verder ook nog Eddie Baytos (keys), Justin Valdivia (bas) en het duo JJ Holiday (gitaar) en Jimmie Wood (harmonica) zaten. Beiden kennen we nog van “The Imperial Crowns”. En, dat JJ Holiday en Jimmy Wood zijn er ook bij in Ospel! Dat het een drukke Rootstime agenda zou worden, dat wisten we, maar soms moet je ook van de gelegenheid gebruik maken en een kans (opportunity?) niet aan je laten voorbij gaan. Voor een kort gesprek maakte Jimmie Wood, die me in de voorbije jaren ook al erg boeide, probleemloos tijd. Jimmie “the Dynamic” Wood is muzikant, zanger en acteur, maar het best gekend als frontman en harmonicaspeler van ”The Imperial Crowns”. Hij groeide op in Houston, Texas, waar hij als tiener ook al opviel. Wanneer hij later gitarist J.J. Holiday ontmoet, verlaat hij Houston en richten ze samen met Michael Barsimanto (drums) en Keith "Foxxe" Karman (bas) de “Imperial Crowns" op. Uit hun discografie noem ik “Star Of The West” (2007), “Preachin’ The Blues Live!” (2005), “Hymn Book” (2004) en hun titelloos album “Imperial Crowns” (2000). Bij ons aan tafel zit Jimmy Wood en naast Jimmie (zijn vriend), Scott Hatch, eigenaar van het ‘Lucky 13’ label, waar Kent Burnside’s album uitgebracht werd. We hadden een (ongepland, snel voorbereid) gesprek met beide heren… Hallo Jimmie Wood, (Ik stel ons als muziek website kort voor, waar Jimmy, terwijl hij met één oog - die met een zwarte eyeliner geaccentueerd is - vanonder zijn klak door glurend, gretig op in gaat…) Ik ken jullie allemaal… Yes, I do… Me voorstellen? Man, het is een eeuwige zoektocht, om te weten wie Jimmy Wood Is… Ben je een muzikant? Wanneer wist je dat je muzikant wou worden? Toen ik twaalf was kreeg ik mijn eerste harmonica. Voor mijn twaalfde, luisterde ik naar de plaatselijke radio. In LA was er KFBB. We luisterden vaak naar de “blanke” radio zenders, naar R&R. Ze draaiden “The Platters”, “The Olympics”, “The Coasters”… R&B en soul, dat was niet zo vanzelfsprekend. Ik hield vooral van “outside, crazy shit!” en daar luisterde ik naar. Het was niet alleen de muziek, maar ook de DJ’s. Zij waren in die tijd heel, zelfs even belangrijk. Er was Wolfman Jack [Robert Weston Smith (1938–1995)], de beste DJ die ik ooit gekend heb. Iedereen kende hem anders, want ze wisten eigenlijk niet, dat hij een blanke DJ was. Toen ik naar hem luisterde, werkte hij voor radiostation XERF in Mexico, net over de grens bij het Texaanse Del Rio. Hij draaide iedere dag van middernacht tot drie uur ’s morgens. Ik lag toen in bed met een kleine radio tegen mijn oor en luisterde iedere “fucking night” naar hem. Hij draaide andere muziek Hij draaide soul, R&B en dingen, die de anderen niet draaiden. Iedereen draaide Little Walter, Lightnin’, Muddy Waters…, maar Wolfman draaide muziek die mij erg aansprak. Vandaag ben je in Ospel. Wat is de link tussen Jimmie Wood en Kent Burnside? Hoe heb je Kent Burnside elkaar ontmoet? JW: Ik ben aan Kent voorgesteld door Scott Hatch, want ik kende hem niet. Ik kende wel RL. Scott Hatch: Niemand kende Kent voor ik hem kende. JW: Scott en ik spraken over Kent en zijn album en na ons gesprek besloten we om de samenwerking te laten door gaan. Ik wou géén live album doen als producer, maar een studio album. We hebben het album gedaan met enkele heel goede muzikanten. Drummer David Gray Kimbrough, toetsenman Eddie Baytos en mijn vriend, bassist Justin Valdivia waren in de studio. Ik heb JJ Holiday ook bij de opnamen kunnen betrekken, want er is Hill country blues en Delta blues. Beide stijlen komen weliswaar uit de staat Mississippi, maar er zijn verschillen. We hadden in de studio voldoende materiaal om mee te werken. Mijn partner Billy Sullivan - hij is de drummer van de “Imperial Crowns” - was ook in de studio. Hierdoor kreeg het album uiteindelijk sterk de stempel van de “Imperial Crowns”. SH: Laat mij de rest van het verhaal vertellen. Ik ontmoette Jimmie Wood in 1977 in Santa Monica, CA. Ik werd bevriend met Jimmy en we zijn ondertussen al jaren vrienden. Ik lunchte eens met Jimmie in de ‘Cadillac Ranch’ in Amarillo, Texas. De ‘Cadillac Ranch’ is een publiek kunstwerk met Cadillacs, die door Chip Lord, Hudson Marquez en Doug Michels, in de woestijn rechtop gezet zijn. Wat zijn je plannen voor de nabije toekomst? Ik heb heel veel plannen. Wat we vanavond doen is eenmalig. JJ en ik hebben net nog opgetreden met Jim Belushi. We waren in Hawaii, vlogen naar LA - sliepen weinig - en daarna naar Nederland, om in Ospel te kunnen optreden. We vinden Ospel heel belangrijk, omdat hier alles voor ons, voor de “Imperial Crowns” begon! Dit moet ergens begin 2000 geweest zijn. In denk in 2002? [Wat inderdaad het juiste jaar was…] Wat spreekt je nog aan buiten muziek? Ik heb een periode “verlof” genomen. In 2008 heb ik een jaar lang niet opgetreden. Ik moest toen zaken regelen. Dingen met mijn kinderen, met mijn entourage en familie. Een tijd later stierf mijn vader. Hij was 99. (We keuvelen nog wat na en sluiten het gesprek tevreden af…) Eric Schuurmans Thank you again Jimmie Wood for your time and thank you for your music!
|
||